In de nabijheid van het station Brussel-Noord, een belangrijk spoorwegknooppunt op nationale schaal, en van de Vijhoek, telt de gemeente Sint-Joost ondanks haar kleine oppervlakte aan zuid-westkant (Kleine ring) 3 metrostations. De gemeente, die doorkruist wordt door diverse belangrijke tram- en buslijnen, wordt relatief goed bediend door het openbaar vervoer.
Het autoverkeer verloopt echter minder vlot. Hoewel het gemeentelijk grondgebied slechts één belangrijke verbindingsas telt, de Leuvensesteenweg, krijgt het toch een grote doorstroom tussen het Centrum en het Oosten van de Brusselse agglomeratie (Schaarbeek, Evere, toegang tot de E40). Dit verkeer breidt zich vaak uit tot secundaire verkeersaders zoals met name de Haachtsesteenweg. Verschillende pogingen tot heraanleg van de nauwe doorgang van de Leuvensesteenweg en het Madouplein illustreren goed de moeilijkheid om de lokale belangen (handelszaken, leefkader) te verenigen met de verbetering van de vlotte doorstroming van het Brusselse autoverkeer.
Andere verplaatsingswijzen van zachte mobiliteit, zoals per fiets of te voet, worden aangemoedigd omdat ze ecologische en economische voordelen bieden en zowel een positieve impact hebben op de gezondheid als op de vlotte doorstroming van het verkeer. Tevens werden sites voor de huur van Villo-fietsen en gedeelde Cambio- auto’s ingericht. De conclusies van het « Forum van de mobiliteit » die nog ter studie liggen, zullen de basis zijn voor een herziening van het gemeentelijk Mobiliteitsplan.
Aangezien de parkeerplaatsen regelmatig verzadigd zijn, werden onderhandelingen gestart met de bedrijven en de eigenaars van kantoorgebouwen om (volgens de modaliteiten) buurtbewoners hun niet-gebruikte parkings ter beschikking te stellen ’s nachts en in het week-end alsook met parkeerbedrijven om voorkeurtarieven te bieden voor buurtbewoners en handelaars.
Bron : Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse en Observatorium voor Gezondheid en Welzijn van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie), 2016, Zoom op de gemeenten : Sint-Joost-ten-node.
Mobiliteit is een thema dat verband houdt met diverse domeinen zoals de openbare ruimte, openbare werken of stedenbouw, en dit op verschillende machtsniveau’s.
De doelstellingen beoogd door het beleid inzake mobiliteit worden ontwikkeld in meerdere federale, gemeentelijke of regionale plannen :
Machtsniveau’s en behandelde materies
Federaal niveau
Zijn voornaamste interventiedomeinen zijn :
- fiscaliteit (fiscale aftrek voor bedrijfswagens, abonnementen voor het openbaar vervoer, fietsvergoedingen).
- spoorwegen (vastlegging van de dotatie toegekend aan de NMBS om de uit te voeren werken te financieren om het spoor te ontwikkelen in de 3 gewesten van het land in functie van verdeelsleutels en een beheercontract opstellen)
- Beliris (dotatie toegekend aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om onder andere werken te financieren die verband houden met zijn rol van hoofdstad van België en Europa).
Regionaal niveau
Zijn voornaamste interventiedomeinen zijn : openbare werken, openbaar vervoer, mobiliteit (strategische visie en coördinatie), de inrichting van openbare ruimten, taxi’s, de waterwegen (Haven van Brussel).
Gemeentelijk niveau
De gemeenten treden op in alle domeinen die niet ten laste werden genomen op federaal en regionaal niveau en dit in overleg met deze machtsniveau’s.
De dienst Mobiliteit werd tot stand gebracht om, in samenwerking met andere betrokken diensten, een globale en gecoördineerde aanpak te ontwikkelen teneinde een antwoord te bieden op de diverse problemen en uitdagingen op dit vlak over heel het gemeentelijk grondgebied.
Ze is onder andere belast met :
- de realisatie van de mobiliteitsplannen en hun opvolging
- het geven van een advies met betrekking tot mobiliteit en de toegankelijkheid betreffende de projecten van openbare ruimten
- de coördinatie en de opvolging van het mobiliteitsbeleid
Gemeentelijke en gewestelijke plannen
Gewestelijk ontwikkelingsplan
Het Gewestelijk Ontwikkelingsplan (GewOP) is een strategisch oriëntatieplan dat de doelstellingen en prioriteiten van het Gewest bepaalt en middelen voorstelt om deze doelstellingen te bereiken.
Het plan dekt verschillende materies zoals huisvesting, economie, werkgelegenheid, mobiliteit, milieu, veiligheid, onderzoek, erfgoed, le toerisme, handel, cultuur, sociale politiek.
Onder de 12 in het plan opgenomen prioriteiten bevindt zich de algemene doelstelling inzake mobiliteit en transport (prioriteit 8). Die doelstellingen willen ertoe leiden dat mensen zich met meer respect voor het milieu verplaatsen, de veiligheid van de zwakste weggebruikers verhogen, het leefkader verbeteren, een beleid inzake de beperking van parkeerplaatsen toepassen, de doorgang voor goederenwagens optimaliseren,…
Het GewOP heeft geen regelende waarde maar is een belangrijk politiek begrip. Andere plannen vloeien eruit voort.
Gewestelijk Vervoersplan
Het Gewestelijk Vervoersplan - Plan Iris II – is een strategisch document dat de doelstellingen en prioriteiten van het Gewest bepaalt inzake verplaatsingen voor de periode 2015-2020. Het plan tracht de verzadiging van de hoofdstad te vermijden. Dit plan zal in de toekomst een regelgevend document worden.
Gemeentelijk ontwikkelingsplan
Het Gemeentelijk ontwikkelingsplan (GemOP) is een strategisch oriëntatieplan, opgesteld door elke Brusselse gemeente voor heel het grondgebied. Het preciseert en vervolledigt de bepalingen van het GewOP (Gewestelijk Ontwikkelingsplan).
Op het gebied van verplaatsingen legt het GOP de nadruk op een beleid van modale combinaties met het oog op een beter evenwicht tussen nabije bereikbaarheid en bereikbaarheid over grotere afstand. Dit beleid gaat onder meer over de ontwikkeling van een netwerk van openbaar vervoer dat meer geïntegreerd is in de stad, het globaal parkeerbeheer, het bewustmaken van duurzame mobiliteit, het bevorderen van zachte mobiliteit.
Gemeentelijk Mobiliteitsplan
Het Gemeentelijk Mobiliteitsplan (GMP) vormt een instrument dat toelaat om de verplaatsingen te beheren op lokaal niveau. Het dient het mobiliteitsluik te preciseren van het Gemeentelijk Ontwikkelingsplan en houdt rekening met het Gewestelijk Verplaatsingsplan (Iris II). Momenteel is de gemeente, met de hulp van de studiebureau's Transitec, ICEDD en 21 solutions bezig met de uitwerking ervan.
De belangrijkste doelstelling van het plan is de mobiliteit en toegankelijkheid te verbeteren, maar ook de verkeersveiligheid en de levenskwaliteit van de bewoners door een meer rationeel gebruik van de auto.
Het Gemeentelijk Mobiliteitsplan wordt uitgewerkt in 3 fases:
-
Het opmaken van een stand van zaken bestaande uit een inventaris van de plannen en de bestaande maatregelen, een staat van de doelstellingen en de problemen evenals een analyse van de gegevens.
-
Contrastscenario's waarbij rekening wordt gehouden met de voorzienbare evoluties voor elk type van verplaatsing. De keuze voor een scenario voor duurzame mobiliteit moet vervolgens uitgevoerd worden.
-
Het actieplan bestaande uit de middelen die moeten ingezet worden en de verantwoordelijken die moeten betrokken worden om het Gemeentelijk Mobiliteitsplan uit te voeren.
Opdat de Stand van Zaken zou worden gerealiseerd in samenhang met het gebruik van de openbare ruimte, werd een eerste Participatief mobiliteitsforum met de burgers van Sint-Joost georganiseerd in september 2016.
Tijdens de eerste fase werden 5 prioriteiten vastgelegd :
- Luwen-beveiligen van de straten (zone 30)
- Voetgangersplan
- De wagen anders
- Shop & go parkeren
- De cohabitatie van de verschillende verplaatsingswijzen.
Schoolvervoerplan
Naar het voorbeeld van de ondernemingen mogen ook onderwijsinstellingen een schoolvervoersplan (SVP) opmaken met het doel maatregelen te nemen rond duurzame mobiliteit.
Sedert 2006 ontwikkelt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een methodologie voor het opzetten van schoolvervoersplannen, met behulp van 3 verenigingen: het BIVV, de VSGB en de MIVB.
Na het oprichten van een werkgroep gaat men een analyse van de verplaatsingen uitvoeren om de toestand van de school te kennen, en vervolgens wordt een actieplan opgesteld rond verschillende pijlers:
- communicatie
- opvoeding
- verplaatsingsplannen
- infrastructuur
Door de oprichting van een SVP verbindt de school zich tot de verbetering van de veiligheid in de omgeving van de school, de ouders en de leerkrachten te sensibiliseren voor de vermindering van het gebruik van de wagen, en de leerlingen te sensibiliseren over de duurzame mobiliteit in het algemeen.
Verschillende scholen gelegen op het grondgebied van de gemeente, waarvan sommigen met de hulp van de dienst Mobiliteit, hebben een SVP uitgewerkt.
Bedrijfsvervoersplan
In 2004 heeft het Gewest een uitvoeringsbesluit genomen dat iedere onderneming van meer dan 200 werknemers op eenzelfde plaats verplicht om een vervoersplan op te stellen. Deze bedrijfsvervoersplannen (BVP) hebben als doel alternatieve vervoerswijzen te promoten.
De BVP omvatten verschillende fases waaronder:
- de diagnose die de analyse toelaat inzake de woon-werkverplaatsingen van de werknemers van de onderneming alsook hun professionele verplaatsingen
- het actieprogramma dat praktische maatregelen bepleit voor de vermindering van het gebruik van de persoonlijke wagen, de werknemers bewust maken van het gebruik van andere vormen van verplaatsingen
- de opvolging en evaluatie van die maatregelen
BVP van de gemeente Sint-Joost
In 2016 heeft de gemeente een plan aangenomen voor verschillende van haar gebouwen waaronder het Gemeentebestuur. Het doel hiervan is om het personeel meer te informeren en te sensibiliseren rond de bestaande alternatieven en maatregelen.
Toegangsplannen administratieve gebouwen
Onder de genomen maatregelen, kunnen vernoemd worden:
- de patronale bijdrage voor de abonnementen voor het openbaar vervoer en het gebruik van de fiets
- het ter beschikking stellen van elektrische dienstfietsen
- voorrang geven aan de aankoop van 'schone' voertuigen wanneer bepaalde voertuigen dienen aangekocht te worden: elektrische auto's, fietsen
Contacten